top of page

Media

Logo_STIN-2011.jpg
800_600_3_1278_0_nl_jeffrey_waagmeester.

Dit artikel verscheen eerder in STIN Journaal 2015-2, magazine van de stichting ICD dragers Nederland.  

Jeffrey Waagmeester (april 2015)

 

Door weer te durven sporten voel ik me als herboren Sinds februari 2014 heeft Jeffrey Waagmeester een ICD om hem te beschermen tegen mogelijk hartfalen vanwege een verdikte hartspier. Het relaas van een sportieve tiener die zijn leven na een zware periode weer op de rails krijgt.

 

Auteur: Jeffrey Waagmeester

 

Ik ben Jeffrey en ik ben zeventien jaar. Als ik mezelf moet omschrijven, zou ik zeggen dat ik erg sportief ben, een goed en vaak ook wel bizar gevoel voor humor heb en vaak vrolijk ben. Ik houd van uitdagingen en dingen doen waarvan mij gezegd wordt dat ze onmogelijk of onverstandig zijn. Al sinds ik klein was, wou ik ridder worden. Later kreeg ik van mijn ouders te horen dat dit geen beroep meer was en sindsdien wilde ik niets liever dan het leger in gaan en daar carrière maken. Ik heb toen samen met een goede vriend van me veel open dagen van het korps mariniers bezocht, waar wij best wel zwaar aangepakt werden en wat betreft fysieke inspanning leerden wat het leven in het leger zou inhouden. Ik vond dit geweldig en kon niet wachten totdat ik daar zelf ook aan kon gaan beginnen. In het laatste jaar van de mavo moest ik kiezen welke vervolgopleiding ik zou gaan doen, dus waren al mijn zinnen gezet op de VeVa (Veiligheid en Vakmanschap), een voorbereidende militaire opleiding.

 

Verdikte hartspier

Op twee verschillende scholen die de VeVa aanbieden, werd ik goedgekeurd. Dit is niet niks, want we kregen te horen dat er van de 250 aanmeldingen per locatie maar vijftig worden aangenomen en aan de opleiding mogen beginnen. Ik was hartstikke blij toen ik te horen kreeg dat ik door de keuring was gekomen (ik deed wat radslagen en vreugdedansjes). Ik moest alleen nog een SMA, een sportmedisch advies, krijgen om definitief te worden toegelaten en aan de opleiding te kunnen beginnen. Ik had nooit ergens last van gehad en dacht die keuring makkelijk te kunnen halen. Toen ik getest werd, was bij mij een hartruis hoorbaar. Ik werd doorverwezen naar het ziekenhuis en mij werd verteld dat het waarschijnlijk niets zou zijn. In het ziekenhuis kreeg ik een paar tests, waaruit bleek dat ik HCM heb: hypertrofische cardiomyopathie, een verdikking van de hartspier. Met zware inspanning zou de hartspier veel dikker worden, wat uiteindelijk kan leiden tot hartfalen. Als een zeer sportieve 16-jarige wil je dit natuurlijk niet horen, vooral als daarmee je hele toekomstplan in duigen valt. Ik werd naar het AMC doorverwezen, waar ik bij professor Wilde onder behandeling kwam. Hij zei dat het voor mij verstandig zou zijn een ICD te nemen, omdat bij mij de kans op hartfalen wel erg groot was. Ik vond de gedachte aan een operatie echt helemaal niks. Ook om iets in mij geïmplanteerd te krijgen leek me helemaal niks. Ik was heel erg depressief, omdat ik niet bij het leger kon, iets wat ik heel erg graag wilde.

 

Durven sporten

Na veel denken en gesprekken met vrienden en familie, die mij ervan probeerden te overtuigen een ICD te nemen, heb ik het uiteindelijk toch maar gedaan. Sinds februari 2014 heb ik een S-ICD (subcutaan, onderhuids), die tegen mijn ribben aan zit. Ik voelde mij lange tijd erg slecht, omdat ik niet meer mocht sporten. Daarvoor fietste ik elke dag 30 kilometer, maar dat kon dus ook niet meer. Ik voelde me waardeloos, omdat ik steeds thuis zat en alleen maar een beetje kon gamen of tv kijken. Ik had ook mijn gevoel voor humor verloren en het vermogen om andere mensen te laten lachen, dingen die juist heel erg kenmerkend voor mij waren. Na een tijdje kwam mijn vader een oude kennis tegen die zich gespecialiseerd had om mensen met hartproblemen weer op weg te helpen met veilig en verantwoord sporten: Martin Voebel. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik me weer veilig in mijn eigen lichaam voelde en weer durfde te beginnen met sporten onder zijn begeleiding. Hij heeft de limieten bepaald waarbinnen ik nog veilig kan sporten. Na zes, zeven weken hoefde ik niet meer onder begeleiding te staan en kon ik weer zelfstandig sporten. Direct was ik ook weer vrolijk en kwam mijn gevoel voor humor terug; ik voelde me als herboren. Ik heb nu ook een beschermend shirt dat klappen kan opvangen zonder dat ik opgekruld op de grond lig te rollen. Hierdoor voel ik mij comfortabeler tijdens het sporten of feesten, wanneer er kans is dat er iets of iemand tegenaan kan botsen. Ik draag het shirt alleen als ik weet dat er kans is op botsingen of ander ongemak dat mij op de plek van de ICD kan raken.

 

Examenjaar

Ik heb mijn ICD nu ruim een jaar en ik ben er redelijk aan gewend. Het voelt nog steeds niet natuurlijk en ik denk ook niet dat ik dat gevoel ooit zal hebben, maar ik vind het niet langer vreselijk oncomfortabel. Door alle goede hulp ben ik ook weer lekker in m’n vel gaan zitten en durf ik steeds meer dingen te doen. Momenteel zit ik in mijn examenjaar van de havo en ben ik bezig met het uitzoeken van een vervolgopleiding. Ik ben nog wel een beetje teleurgesteld dat ik het leger niet in kan, maar ik richt mijn blik op andere dingen. Wanneer ik achttien word, ben ik van plan de airsoft-sport te gaan beoefenen om toch nog een beetje een militair gevoel te kunnen krijgen. Airsoft is een sport, net zoals paintball, waarbij twee of meer teams tegen elkaar strijden. Alleen worden bij airsoft kleine plastic balletjes gebruikt en proberen de mensen zich militair te kleden; ze schieten met realistisch uitziende replicawapens om het zo echt mogelijk te laten overkomen. Met dit alles in het verschiet is mijn leven weer op de rails gekomen en ben ik niet langer zwaar depressief. Ik ben het personeel van het AMC heel dankbaar voor hun geweldige zorg en Martin Voebel die mij weer heeft ‘leren’ sporten.

bottom of page